Toetsstof examentoets blokC 2015

Datum toets: 2 april 2015, 9:30
Lokatie: CIOS theoriegebouw
Toetsduur: 2 uur

Toetsstof: boek risicobeheersing, theorie doelgroepen

Risicobeheersing

– Risicobeheersing binnen de buitensport
– Soorten risico’s
– Ongevallentheorie
– objectieve en subjectieve gevaren
– brancheorganisaties
– veiligheidsnormen en keurmerken
– wetgeving en aansprakelijkheid
– het kwaliteitshandboek
– risicofactoren
– praktisch: uitwerken van een SRA
– attitude van instructeur
– ratio
– validiteitsverklaring
– keuring en constructies
– gebruikersduur en hardware
– noodprocedures: SETUP
– Risicovolgsysteem (zie ook uitleg van kt5)
– audits

Doelgroepen (handout)

[prettyfilelink src=”http://www.buitensportinstructeur.nl/buitensportinstructeur/wp-content/uploads/Lessen-gedragsproblemen-buitensport-sbaw1.pdf” type=”pdf”]Lessen gedragsproblemen buitensport sbaw[/prettyfilelink]

– doelgroepen en bijbehorende risico’s (boekje risicobeheersing)
– karate en judoaanpak
– hierachie van maslow
– onderscheid tussen G-cultuur en f-cultuur
– kenmerken straatcultuur
– kenmerken ODD, ADD, ADHD

Extra tips:

Je moet een risico analyse maken. 25%van je eindcijfer dus is erg belangrijk.
– Op pag 49-52 daar staat exact hoe je het risicoanalyse formulier moet invullen.
– Je moet kunnen omschrijven wat score en effect inhoud. 
– Daar komt de risicoindex uit en dat is score x effect. 
– je kan een max score van 2 hebben.
Ongevallen theorie:
– wat is objectief en subjectief gevaar. Blz 8 en 10
– wat is ongeval potentieel.
– op pagina 17 staan veiligheidsnormen en keurmerken
– wat is iso9001 en iso 14001?
– pag 20 en 21 staat het keurmerk: tuf, cem, ce, uiaa.
Wetgevingen:
– Leer pagina 24 t/m 32
– pagina 45 staat het kwaliteitshsndboek, leer tactisch ,strategisch ,operationeel
– pagina 62 planning refeshment project en geef aan wanneer dit plaats zou moeten vinden.
Deelnemers:
– pag 67 staan doelgroepen, welke doelgroepen zijn er en welke risicos zijn daar aan gebonden? Leer de tabel.
– pag 68 staat ratio is het aantal deelnemers op hoeveel instructeurs. Waarom ligt er bij canyoning de ratio anders als bij een tokkel?
Normen:
– pag 76 staan de NEN normen en de nen normen staan voor klimwanden. Leg uit waarom deze belangrijk is voor constructies.
– kijk ook wat de WAS norm is.
Gebruiksduur materiaal:
– pag 83 en 84, de gebruiksduur van hardware en hoe je dit controleerd. Hoe kun je aan het materiaal zijn wanneer het is gefabriceerd? Dit moet je kunnen zien en je moet weten hoe lang het binnen de fabrieksgarantie valt. 
Risicovolgsysteem:
Pag 99 en 100 je moet goed weten wat een interne audit inhoud.