De waarborging van de veiligheid speelt natuurlijk een belangrijk rol bij het sportklimmen. Er zijn een aantal belangrijke elementen die voor de zekeringsketen zorg dragen, deze zijn:

1. De klimmer + helm
2. De zekeraar + helm
3. De klimgordels van beide personen
4. De (schroef)carabiners
5. Het “dynamische” touw
6. De aanbindmethode (knoop)
7. Het zekerapparaat (8, tube of gigri)
8. Het ophangpunt (relay voor de toprope) of verankeringspunten
9. De touwcommando’s

Deze acht elementen zijn van groot belang m.b.t. de veiligheid. Wanneer een van deze belangrijke elementen/schakels niet goed functioneert kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. Voordat je gaat klimmen moet je steeds opnieuw alle elementen controleren. De objectieve gevaren schuilen voor een groot deel in de eerste 7 schakels. Bij de eenlaatste schakel (relay) schuilt ook een subjectief gevaar (roestige haken, afbreken rots, etc.), dit is tevens een van de belangrijkste schakels uit deze keten.

1. De klimmer + helm moet de knoop leggen en kan daar een fout bij maken. Gelukkig wordt de klimmer altijd nog gecontroleerd door de zekeraar, zodat knoop-fouten (als het goed is) gesignaleerd zullen worden. De tweede taak van de klimmer is het controleren van de zekeraar; Is de karabiner dicht ? Loopt het touw correct door de acht ? Zit de karabiner goed aan de gordel ? Ben jijzelf als klimmer ook door de zekeraar gecontroleerd?
2. De zekeraar + helm is wel een heel belangrijk persoon in de keten en is ook het meest gevoelig voor eventuele fouten. Denk maar eens aan een simpele steen op het hoofd van de zekeraar, waardoor deze buiten bewustzijn raakt. De klimmer staat plotseling ongezekerd: Wat nu ?

3. De klimgordels moeten kwalitatief goed zijn. Dat is de taak van de organisatie waar jij voor werkt. Het kan natuurlijk nooit kwaad om de gordels eens te bekijken op eventuele zwakke plekken. Als je iets ziet wat je niet vertrouwd, ga er dan mee naar de hoofdinstructeur of naar de leverancier en laat de gordel even onderzoeken. De controle of de gordel correct is aangetrokken ligt wel in jouw handen. Jij moet controleren of de gordels goed zijn aangetrokken en vooral of alle gespen zijn teruggestoken.
4. De carabiner(s) moet uiteraard dicht zitten. Voorts moet de karabiner door de goede lussen van je gordel zitten. Blijf elkaar hierin controleren. Het dichtschroeven van de karabiner is één van de eerste dingen die vooral (licht)gevorderden gaan vergeten. Zie erop toe dat de karabiner in de lengterichting belast wordt tijdens een e ventuele val.
5. Het touw is normaal gesproken ook goed. Ook hier weer: Vertrouw je het niet, ga dan even naar de eindverantwoordelijke om het te laten controleren. M eer hierover onder het hoofdstukje touwen. Het spreekt voor zich dat er op toe gezien moet worden dat er goed met de touwen om moet worden gegaan. Dus: niet op gaan staan, vermijd vocht en vuil zoveel mogelijk etc.
6. De knoop waarmee de klimmer zich inbindt, zal een teruggestoken achtknoop zijn. Deze knoop word wereldwijd miljoenen keren gelegd en uiteraard gaat dat wel eens verkeerd. In klimhal Caillou was dit percentage over 1994 ongeveer 1 op 30.000. Van de 30.000 klimmers gebeurde er 2 keer een ongeluk(je) door het verkeerd leggen van de knoop. Maar hoe vaak gaat het nog net goed en hoe vaak wordt het van te voren gesignaleerd ? Veel vaker waarschijnlijk. M.a.w. ook de knoop dient de volle aandacht te krijgen. Veel knoop fouten ontstaan trouwens door het niet helemaal afmaken van de knoop. Terwijl de knoop gelegd wordt is er ergens anders aandacht nodig, zodat de knoop niet wordt afgemaakt.
7. Het zekerapparaat kan over het algemeen veel kracht verdragen. Bij een achtje kan het echter voorkomen dat er door slijtage wat geultjes in het achtje ontstaan, waardoor het achtje uiteraard wat zwakker wordt. Ook hier weer: als je het niet vertrouwt, laat het dan even controleren.
8. Het ophangpunt waar het touw boven doorheen loopt, is een heel belangrijk punt. Er komen veel krachten op. Je moet je voorstellen dat als een klimmer geblokt is door zijn/haar zekeraar, daar niet alleen de 80 kilo van de klimmer aan hangt, maar ook nog vaak een groot gedeelte van het gewicht van de zekeraar. Daarbij komen ook nog dat de krachten dynamisch worden overgebracht op het ophangpunt wat kan resulteren in een soort wrikbeweging. Bij met name wat grotere vallen zijn de krachten op het ophangpunt enorm. Realiseer je dat.
9. De touwcommando’s zijn van essentieel belang m.b.t. de communicatie tussen de klimmer en de zekeraar. Wanneer maakt de zekeraar zich los van het touw? Wanneer meer en minder touw geven?